Nederlandse CIO’s, chief data officers en andere verantwoordelijken voor technologie en digitalisering scoren niet meer dan gemiddeld op datagedrevenheid. Dat blijkt uit de eerste resultaten van een enquete in het kader van de HPDO Challenge en de verdieping hierop tijdens een recente workshop in Vught. De moeizame discussie over definities, methodiek en interpretatie illustreert naast onwennigheid ook de nodige bezieling.
Het leidt uiteindelijk geen twijfel dat de inzet van data en analytics fundamenteel is om een high-performance digital organisation (HPDO) te worden. Maar willen CIO’s, CTO’s, chief data officers en vergelijkbare functionarissen daaraan kunnen werken, moet kennelijk eerst duidelijk zijn wat dit alles behelst. Gaat het over het aloude BI en dashboarding op basis van gegevens uit de grote bedrijfsapplicaties? Over vooruitstrevende initiatieven in een proefopstelling? Toepassing van kunstmatige intelligentie en machine learning? Terugblikken of vooruitkijken?
Hoewel een HPDO vooral toekomstgericht is, sluit het een het ander niet uit, zo blijkt tijdens de bijeenkomst bij ICT Media in Vught. Bedrijven en hun bestuurders moeten met data vooral doen wat binnen hun eigen specifieke context goed is. Door mee te doen aan de HPDO Challenge en de daaraan gekoppelde data-survey en maturiteitsmeting helpen CxO’s zichzelf op weg. De workshop is de start van het verdiepingstraject op datagedrevenheid.
Twee stromen
Bij aanvang van de sessie benoemt programmaleider Erik Beulen het belang van kennisdeling en interactie. De moderator is als hoogleraar verbonden aan Tilburg University en TIAS Business School en sinds de start in 2017 het inhoudelijke geweten van de HPDO Challenge. In de eerste tien bijeenkomsten zijn met medewerking van zo’n 250 verantwoordelijken voor technologie, digitalisering en data de contouren van de HPDO geschetst. Daarbij blijkt sprake van drie niveaus: technologisch, servicesgericht en marktgericht. Afhankelijk van context en maturiteit veelal in combinatie, en niet per se volgordelijk.
“RESPONDENTEN KUNNEN MET DE UITKOMSTEN AAN DE SLAG OM ZICHZELF TE VERBETEREN”
Het vervolg van de HPDO Challenge kent twee stromen: een verdieping op het leiderschapsthema en de vandaag besproken datavolwassenheid. Gedurende de HPDO-datacyclus, die loopt tot februari 2020, worden de uitkomsten van de survey besproken en getoetst tijdens een aantal workshops. Door kwantitatieve input kwalitatief te toetsen kunnen uiteindelijk breed gedragen conclusies worden getrokken. Deze worden wederom opgetekend in een whitepaper. Tata Consultancy Services (TCS) is kennispartner in de data-stream.
Verbeteren
Josu Devasia, verantwoordelijk voor TCS in Nederland, vertelt kort over de meerwaarde van datagedrevenheid en de bijzondere rol van Nederlandse CxO’s bij het verder uitdiepen van het thema. “Leiders hier staan doorgaans open voor nieuwe ontwikkelingen. Nederland is vaak de plaats waar onze initiatieven en experimenten starten, en waar we als TCS nieuwe thema‘s en onderwerpen uitdiepen.”
Zijn collega Paurnima Kulkarni, verantwoordelijk voor de Europese Analytics & Insights Practice bij TCS, geeft meer inzicht in een aan de survey gekoppeld maturiteitsonderzoek. Dit Data & Analytics Target Operating Model (DATOM) beoogt vooral de impact van data en analytics op de bedrijfsvoering vast te stellen. Onderzoeksvragen richten zich op de aspecten mensen, processen, technologie en data. Uitkomsten worden vertaald naar scores op vier HPDO-kenmerken: het creëren van exponentiële waarde, werken in ecosystemen, mass customisation en een grotere risicobereidheid. “Respondenten kunnen met de uitkomsten aan de slag om zichzelf te verbeteren.”
Uitkomsten
Inmiddels hebben 55 hoge respondenten op C-level en senior management op het gebied van vooral (digitale) business, data en IT meegedaan aan de survey, veelal werkzaam bij grote organisaties. Van de respondenten met IT-uitgaven van meer dan twee procent van de omzet is maar liefst tweederde informatie-intensief. “Opvallend is dat de uitgaven aan data en analytics relatief laag zijn”, stelt Erik Beulen vast.
“VEEL ORGANISATIES HEBBEN NOG MAAR EEN BEPERKT BUDGET VOOR DATA EN ANALYTICS”
Ook de adoptie van Agile-werkwijzen en cloud blijft achter. Qua maturiteit op datagebied schat het gros van de respondenten zichzelf in als ‘simplified’ en ‘scaled’. Dat is respectievelijk een en twee niveaus hoger dan het zeer onvolwassen ‘siloed‘-stadium. Een kleine minderheid zet zichzelf nog hoger op de maturiteitsschaal: ‘synergised’ en ‘optimised’. “Internationaal onderzoek geeft hetzelfde beeld”, aldus Beulen. “Nederlandse respondenten doen het niet beter of slechter dan hun buitenlandse peers.”
Discussie
Hoewel het aantal respondenten vooralsnog te klein is om verregaande conclusies te trekken, maken de eerste uitkomsten in de villa van ICT Media het nodige los. Een deelnemer suggereert dat de uitgaven relatief laag zijn, omdat een deel van het budget decentraal bij de business ligt. Een ander wijt het aan de vaak nog verkokerde afdelingen. Een derde stelt dat traditionele bedrijfssystemen ook veel toegepaste data bevatten en wellicht over het hoofd gezien worden. En tenslotte: hebben we de vertrouwde KPI-dashboards wel meegeteld? Het laatste woord is er, kortom, nog niet over gesproken.
De uitkomsten van de lopende survey zullen gaandeweg een meer gedetailleerd beeld opleveren, omdat de enterprise data maturity naast een algemene score per deelnemer op de eerder genoemde aspecten mensen, processen, technologie en data kan worden uitgesplitst. Paurnima Kulkarni benadrukt het belang van zo’n holistische kijk, omdat een goed inzicht in de volwassenheid op verschillende onderdelen enorm kan helpen bij de groei naar een hoger maturiteitsniveau.
Instrument
Een discussie-deelnemer die daarover kan meepraten is Svend Lassen, Head of Reporting & Data Analytics bij Tata Steel. “We scoorden als organisatie om eerlijk te zijn vrij laag, maar die uitkomst was voor ons aanleiding om zaken te veranderen. De meting was een geweldig instrument voor communicatie, ook richting het topmanagement.”
“DE DATAVOLWASSENHEIDSMETING WAS EEN GEWELDIG INSTRUMENT VOOR COMMUNICATIE RICHTING HET TOPMANAGEMENT”
Kulkarni benadrukt tijdens de workshop meerdere malen dat datagedrevenheid geen doel op zichzelf is. Het draait primair om het realiseren van businessresultaten. Ongeacht of het gaat om het voorspellen van verkoopcijfers, slimmer asset management, predictive maintenance of iets anders. Met de juiste data kunnen bedrijven betere beslissingen nemen en durven ze risico’s aan wanneer data-analyse wijst op kansen en mogelijkheden. “De use-cases staan centraal.” Of zoals een deelnemer stelt: “Niet terugkijken, maar vooruit.” En als het even kan zo snel mogelijk falen en leren.
Consensus
Er komen vervolgens vanuit verschillende CxO’s voorbeelden voorbij wat datagedrevenheid in hun organisatie betekent. De geboekte businessresultaten smaken in alle gevallen naar meer. De consensus is dat je als CxO op datagebied moet doen wat voor jou en je organisatie relevant is. Dashboards, reporting, advanced analytics, datagedreven beslissingen en masterdatamanagement horen er dus allemaal bij.
Bekeken vanuit de specifieke context is het wellicht niet eens belangrijk of je exact voldoet aan de vier genoemde kenmerken van een HPDO en daarmee in het meest noordoostelijke kwadrant belandt. Met andere woorden: niet elke hoog-performante organisatie heeft het nodig om te werken in ecosystemen, te streven naar mass customisation, exponentiële waarde of grotere risicobereidheid. Erik Beulen: “In combinatie zeggen die vier zaken natuurlijk wel wat over je datagedrevenheid. Maar niet iedere succesvolle organisatie hoeft een HPDO-driven organisatie te zijn.”
Focusgebieden
Tot slot toetst de programmaleider de belangrijkste focusgebieden van de HPDO-datastream bij de deelnemers. Volgens hem verdienen verankering van data en analytics binnen de bestuursagenda, het creëren van een datagedreven minset en cultuur, en last but not least het ontwikkelen van een begrijpelijke strategie en roadmap de meeste aandacht. “Waarde voor het bedrijf en de business is het telkens startpunt”, stelt Paurnima Kulkarni andermaal. Instemming alom.
Geef een reactie
Je moet ingelogd zijn om een reactie te geven.